Wintergasten op open water
Jagen op vis en schelpdieren in de ijsvrije wateren van meren en plassen
Vanuit de verte lijken het niet meer dan kleine, donkere vlekjes op het water. Ze bewegen lichtjes op de deining, zonder zich te verroeren. Naarmate je dichter bij de waterkant komt, worden de contouren en kleuren van duizenden vogels zichtbaar. Ze komen vanuit alle windstreken. In de wintermaanden voelen ze zich helemaal thuis op onze ijsvrije meren en plassen. Hier vinden ze voedsel in allerlei soorten en maten; voor elk wat wils. Op het menu staan vissen (o.a. spiering, stekelbaars) en schelpdieren, zoals de driehoeksmossel. Met een verrekijker kun je de vogels zien duiken en bovenkomen met een vangst. Onze vogelexpert Wim Tijsen heeft een aantal soorten uitgelicht en helpt je op weg met een handige kijktip.
1. Brilduiker
Deze soort is bijzonder winterhard en vaak de laatste watervogelsoort die de broedgebieden verlaat en als eerste terugkeert. De migratiepieken doen zich voor in november en maart/april. De soort migreert in kleine groepjes. Eind vorige eeuw namen de aantallen brilduikers bij ons toe, maar daarna werd dat weer minder. Misschien overwinteren ze nu noordelijker. Sinds 1985 broedt de brilduiker zelfs in Nederland.
2. Grote zaagbek
De grote zaagbek broedt in Scandinavië en Rusland. Ze overwinteren bij ons op meren en kanalen in het hele land. Het zijn sociale vogels en worden hier vaak in kleine groepjes gezien. Ze jagen vaak samen waarbij ze kleine vissen vangen. Met hun snavel met zaagrand kunnen ze die stevig vasthouden.
Kijktip: IJsselmeerkust
Elke keer een verrassing wat er achter de dijk zit
Vogelaar Wim Tijsen: “Zelf woon ik op Wieringen en bezoek ik het IJsselmeer hier vlakbij. En altijd is er wat te zien, vooral bij de schutsluizen bij Den Oever en in de Zuiderhaven kan je de vogels goed bekijken. Ook leuk zijn de groepen kleine zwanen bij Enkhuizen en Schellinkhout. Maar eigenlijk de hele IJssel- en Markermeerkust is interessant voor wintergasten. Zelfs bij Muiden zitten de steeds zeldzamere kleine zwanen.”
3. Nonnetje
Het nonnetje broedt in Noord-Europa en leeft op zoetwater meren. Deze soort broedt niet in Nederland maar grote aantallen overwinteren in het IJsselmeergebied. Kleinere aantallen zijn elders te zien. Ook deze eend nestelt in boomholten. Het is een schuwe vogel en vliegt snel weg bij verstoring. Het dieet van het nonnetje varieert per seizoen maar in de winter eten ze voornamelijk vis.
4. Topper
Toppers lijken opmerkelijk veel op kuifeenden maar ze hebben geen kuif en de rug is grijs en niet zwart. Ze leven in ondiepe meren en vijvers en komen uit Noord-Europa en Siberië. De vogel broedt niet in Nederland. Ze overwinteren in de Waddenzee en het IJsselmeer. Daar kunnen duizenden toppers bij elkaar zitten. Ze eten waterdieren, mosselen, waterplanten, insecten en zaden.
5. Kuifduiker
Kuifduikers zijn zeer schaars in Nederland, maar soms heb je het geluk er een aan te treffen. Ze zijn hier aanwezig tussen oktober en mei. De soort broedt in Scandinavië, IJsland en Schotland in zoetwater meren.
Het is een fuutachtige en dus familie van de fuut, geoorde fuut en dodaars. Kuifduikers eten kleine vissen, salamanders, kikkers en kleine kreeftachtigen.