Verhalen vol passie: roofvogelwerkgroep ’t Gooi en Utrecht
In vogelvlucht
Dat groene vrijwilligersgroepen uniek zijn, blijkt wel uit het feit dat er veel disciplines bestaan onder de groepen die bij ons zijn aangesloten. Het werk wat bij velen van ons enorm tot de verbeelding spreekt is dat van de vogelaar. Hoog tijd dus om dat onder de loep te nemen. Daarvoor hebben we Hanneke Sevink van Roofvogelwerkgroep Het Gooi en Utrecht* ingevlogen en aan de tand gevoeld over hun werk.
Hoe gaat het met de roofvogels?
“Het is al 25-30 jaar geleden toen ik voor de klas stond en van één van de ouders een artikel voorlas over de oprichting van een roofvogelwerkgroep. Toen wist ik direct: dàt wil ik doen!” Zo raakte ze geïnspireerd door de fragiele wereld van de roofvogels. Ja, fragiel, want Hanneke is er duidelijk over: “Het gaat niet goed met de meeste roofvogels in Nederland! Zelfs de torenvalk, die voorheen de meest voorkomende roofvogel was, staat inmiddels als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst.” De redenen zijn een open deur: geschikte leefgebieden worden aangetast en het voedselaanbod vermindert.
Buizerds en muizen
De roofvogel die het vaakst gezien wordt, is de buizerd. Zittend op een paal langs de snelweg of cirkelend op de thermiek. Ze hebben zich enorm uitgebreid en hebben zich als broedvogel inmiddels ook op de Waddeneilanden gevestigd. “Maar ook deze vogel is over zijn top heen, mogelijk door verminderd voedselaanbod en toename van predatoren zoals de boommarter,” vertelt Hanneke. Buizerds houden van gevarieerd landschap: zowel dichte bossen als open land met veel voedsel. Juist dat laatste is problematisch voor deze prachtige vogels. Als ergens veel muizen zijn, worden deze bestreden door de mens. Misschien herinner je je nog de muizenplaag in Friesland een aantal jaar geleden. Weilanden werden onder water gezet om van de muizen af te komen, terwijl boswachters mensen tot kalmte maanden: “Wacht maar, er komen vanzelf meer roofvogels en die helpen ons van het ‘probleem’ af.” En inderdaad, of ze elkaar even een appje stuurden, zó kwamen de vogels erop af. “Mensen zijn niet echt tolerant,” zegt Hanneke. “Zodra een muis of ander dier overlast geeft, moet hij weg. ”
Succesvol
Uit de resultaten die in de loop van vele jaren zijn verzameld, komen ook positieve beelden. De succesverhalen kennen de meesten wel: de iconische visarend en zeearend hebben ons land opnieuw gevonden, al broeden deze niet in onze provincie. Hanneke is blij met deze grote vogels in ons land, al schrijft ze deze uitbreiding niet uitsluitend toe aan het beleid van de terreinbeherende organisaties: "Eigenlijk hadden we ze al eerder in Nederland verwacht, gezien de uitbreidende populaties in de ons omringende landen. De visarenden in de Biesbosch doen het goed, maar de uitbreiding van het aantal zeearenden lijkt niet echt door te zetten.”
Ook de slechtvalk is een rijzende ster. Deze soort was bijna verdwenen door het gebruik van pesticiden, maar het tij lijkt gekeerd. Vanaf 1990 zijn de aantallen broedvogels met meer dan 5% per jaar gestegen (bron: Vogelbescherming). “Ze maken zelf geen nest, maar gebruiken nestkasten of broeden op richels van gebouwen midden in de stad.” Volgens Hanneke is een verheven positie belangrijk voor de slechtvalk en maken ze gebruik van al het licht in de stad. Als stadsmuis ben je je leven niet zeker!
Wat doet een roofvogelaar?
“De werkgroep bestaat uit ongeveer 30 actieve mensen. Daaromheen is er nog een grote groep mensen die bijvoorbeeld één nest volgt in het broedseizoen af en toe iets doet of waarnemingen doorgeeft ,” vertelt Hanneke. Stuk voor stuk bevlogen mensen die ‘hun’ vogels in de gaten houden. Ze houden bij wanneer de vogels gaan nestelen, of er eieren zijn, of er gebroed wordt, of er jongen zijn (dan ligt er poep onder de nestrand) en of ze uitvliegen. Bij een aantal nesten worden jongen gemeten, gewogen en geringd. Zo kan essentiële informatie worden verzameld. De data worden door de WRN geanalyseerd en doorgegeven aan Sovon en het Vogeltrekstation.
Elke vogel heeft een uniek ringnummer (wereldwijd). Wanneer iemand ergens een dode roofvogel vindt, kan deze worden gemeld via een ringcentrale. Zo wordt inzicht verkregen in o.a. de levensduur en verspreiding van de verschillende roofvogels. Hanneke vertelt: “Zo kregen we afgelopen winter een prachtige melding terug uit Afrika over een wespendief. Het jong was op 25 juli 2018 geringd in Zeist. Op tweejarige leeftijd veroorzaakte het in Ghana veel onrust toen hij werd waargenomen in een cacaoboom en het de mensen niet lukte om hem te vangen. Daarop werd de vogel doodgeschoten, maar men schrok toen bleek dat hij geringd was. Halsoverkop werd het dier begraven, behalve zijn poot met ring; daarvan verscheen een foto in een plaatselijke krant. Dat bericht kwam gelukkig terecht bij een Nederlandse ringer die de terugmelding kon doorgeven aan het Vogeltrekstation.”
Aard van het beestje
De grote uitdaging voor Hanneke in de komende tijd is het geven van voorlichting: “Ik wil in beeld brengen wat er gebeurt met de roofvogels, zodat anderen ervan kunnen leren. Wat zijn de gevolgen van ons gedrag en kunnen/willen we dat veranderen?” We kunnen nog zo veel leren van de natuur! Op de vraag of er voldoende vrijwilligers zijn, zegt ze: “Aanwas van nieuwe vrijwilligers is altijd welkom. Ook als ze nog geen of weinig voorkennis hebben. We leren kandidaat-roofvogelaars dat al die verschillende vogels in allerlei omgevingen voorkomen, dat ze allemaal andere nesten maken en ook specifieke prooien hebben. We leiden ze graag op.” Hanneke staat dan niet meer voor de klas, maar kan het gelukkig niet laten haar uitgebreide kennis over te dragen! Nu is zij degene die anderen inspireert om zich in de roofvogels te verdiepen.
Meer weten?
Kijk dan eens op de site van de werkgroep.
*onderdeel van Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken en van de Werkgroep Roofvogels Nederland
Jacqueline Boeckhorst
Functie
Als projectmedewerker ondersteun ik ons team en alle bij ons aangesloten vrijwilligersgroepen in brede zin. Dit gaat van organiseren, tot aan het schrijven van teksten en het realiseren van projecten. Natuurlijk bezoek ik graag de groepen in het veld om te zien wat er leeft. Alles wat er aan bijdraagt om mensen nog meer te betrekken bij Groen!