Leyduin: toplocatie voor stinsenplanten
De beste plek om heerlijk te wandelen in het voorjaar
Langs majesteitelijke eikenlanen, over intieme kronkelpaden, langs oevers van een beek en over kleurige bloemenweiden. En overal tref je in dit avontuurlijke stuk binnenduin vogels: drukke gaaien, luidruchtige boomklevers, roffelende spechten en hoog boven de bomen miauwende buizerds. In de vroege ochtend of de late avond kan het bijna niet anders of een ree kruist je pad. En als je Leyduin ook eens vanuit de hoogte wilt bekijken kun je een bezoekje brengen aan de Belvedère, vanwaar je goed kunt zien hoe dit alles begonnen is: als een landgoed met statige tuinen, een jachtbos en kaarsrechte lanen langs imposante zichtlijnen, richting Haarlem, richting zee.
Stinsenplanten bleven over in de steeds veranderende tuinen
De tuinen veranderden van eerst stijfjes formeel later naar losjes romantisch in de Engelse landschapsstijl. Het bos verwilderde en de lanen raakten deels in verval. Wat bleef was de Leybeek met zijn heldere duinwater, die in de negentiende eeuw jonkheer Van Lennep liet graven, richting Oranjekom. Hij vond het zijn plicht het schone water ten goede te laten komen aan het ‘gewone’ volk, dat het in die tijd veelal moest stellen met drab uit de grachten. Wat ook bleef was de stinsenflora. Dat is een groep knol- en bolplanten destijds geïmporteerd uit buitenlanden, om de tuinen rond de landhuizen een extra tikkeltje exotisch cachet te geven. Inmiddels is iedereen vergeten dat de dichternarcis, de boerencrocus, de donkere ooievaarsbek enzovoort eigenlijk exoten zijn. Ze zijn behoorlijk ingeburgerd en elke boswachter koestert ze alsof ze puur natuur van eigen bodem zijn. Zo ook Jeroen Engelhart, boswachter op Leyduin. De stinse voorjaarsbloeiers maken zijn lente.
Stinsenplanten een handje helpen op Leyduin
Het inmiddels wijd verspreide stinsenplantje speenkruid redt zich wel. Andere stinsenplanten op Leyduin worden een handje geholpen. Jeroen: “Het zijn bijna allemaal knolletjes en bolletjes die zich spontaan vermeerderen. Die graven we uit om ze op nog meer plekken uit te zetten. Ook wisselen we soorten uit met Huis te Manpad, hier vlakbij, waar weer andere stinsen groeien dan hier.”
Tip van Jeroen: “Kom kijken in het vroege voorjaar. Zolang de bomen nog niet in het blad zitten, profiteren de stinsenplanten van het licht. Dan bloeien de winteraconieten, holwortels, bosanemonen, lelietjes-der-dalen en al die andere soorten.”
Wat later in het jaar valt er te genieten van het bloeiende drasland naast het parkeerterrein en informatiepunt de Kakelye. Voorheen was dat een sompige weide waar zo nu en dan vee graasde. Een aantal jaren geleden is het grasland afgeplagd en daar is gebeurd waar iedereen op hoopte. Er kwamen allerlei prachtige planten op die het goed doen op onbemest drasland. Maar er doorheen lopen is niet goed voor de planten. Je mag ze van een afstandje bewonderen. Wel is er zo nu en dan een voorzichtige excursie door het terrein waar je van dichtbij bijzonderheden als echt duizendguldenkruid, genadekruid, geelhartje en reukgras kunt bewonderen.
“Waar ik nou gelukkig van word is zo’n ochtend in het voorjaar, als ik weekenddienst heb en ik hier in alle vroegte, als alles nog stil is, het eerste speenkruid zie bloeien, dat als een gele waas over de bodem ligt. Dan weet ik dat de donkere tijd echt voorbij is.”
Buitenplaatsenpad
Wie zelf stinsenplanten wilt zien, kiest voor het Buitenplaatsenpad. Een unieke verbinding tussen historische buitenplaatsen bij Heemstede. Het pad voert langs eeuwenoude bomen en statige huizen, terwijl je geniet van de schitterende natuur.