Weidevogelmonitoring voor Provincie Noord-Holland
Tellen en in kaart brengen van weidevogelgebieden
In Noord-Holland komt een belangrijk deel van de Nederlandse weidevogels voor. Er is ruim 58.000 hectare beschermd als weidevogelgebied. Om resultaten van die bescherming te kunnen meten, is het noodzakelijk om gegevens te verzamelen. Om die reden hebben wij de opdracht gekregen van de Provincie Noord-Holland om voor een periode van drie jaar, samen met Tauw en Van der Goes en Groot, alle weidevogelleefgebieden te inventariseren.
De opdracht
De provincie wil de weidevogeldichtheid per polder weten en de trends die daar worden waargenomen. Vanaf 2018 tot en met 2020 zijn alle weidevogelleefgebieden in de gehele provincie geteld. De gebieden die in Noord-Holland door de provincie zijn aangewezen als weidevogelleefgebied, zijn in drie delen verdeeld en ieder jaar is een deel geteld. 2020 is het laatste inventarisatiejaar en daarna ronden wij deze opdracht af. Dit voorjaar zijn de weidevogels van de laatste gebieden op Texel en in Westfriesland geteld. De verspreidingskaarten zijn te vinden op de website van de provincie.
Aanpak
Het tellen van de weidevogelgebieden gebeurt volgens de BMP methode, dat betekent dat er vijfmaal wordt geteld. Voor onze ecologen is dit een grote en intensieve klus. Zij zijn wekenlang, dagelijks in het veld te vinden en zien daardoor uitstekend hoe een weidevogelseizoen zich ontwikkelt. In 2020 was dat ook confronterend, want het gaat in heel Nederland slecht met de weidevogels. Er werden weidevogels gezien en in sommige gebieden nauwelijks tot geen kuikens. Belangrijke oorzaak is het extreem droge voorjaar en een mix aan andere factoren zoals intensieve landbouw en predatoren. Vooral de 'dunbevolkte' weidevogelgebieden hadden dit jaar veel last van predatoren. De resultaten van de weidevogelinventarisaties en de waargenomen trends, gebruikt de provincie bij de vorming van nieuw beleid.
Martijn Korthorst
Functie
Als ecoloog adviseert Martijn Korthorst bij het opstellen van natuurbeleidsplannen, beheer- en monitoringsonderzoeken en natuureffectrapportages. Hij houdt zich bezig met PAS-maatregelen en de ontwikkeling van paludicultuur. Daarnaast heeft hij brede veldkennis van vogels, amfibieën, reptielen en vlinders en de Wet Natuurbescherming.