Lofzang op de duinbeek

Duinbeekje in Park Westerhout
© Heleen Vink - Duinbeekje in park Westerhout, omzoomd door boshyacinten

Door: Truus Zonneveld

Noord-Holland zou geen Noord-Holland zijn zonder de vele beken, kreken, sloten, rellen en greppels. Al deze waterlopen zijn nuttig omdat ze regenwater afvoeren of juist vasthouden, mooi omdat ze kleur en karakter geven aan het landschap. Bovendien zijn ze van ecologische waarde. Is het slootwater op z’n best, dan tref je er een rijke flora en fauna. Van kikkers, stekelbaarsjes en modderkruipers tot sterrenkroos en waterranonkel. Tel daarbij op dat deze waterlopen vaak een lange historie kennen, dan is lof en aandacht op z’n plaats.

Een fijnmazig stelsel van waterlopen zorgt in Noord-Holland al eeuwenlang voor een goede afwatering. Werden deze waterlopen vroeger vooral gewaardeerd vanwege hun nut, nu ook vanwege de ecologische kwaliteit, de historie en de schoonheid. Want hoe klein en onnadrukkelijk ook, het zijn bijzondere landschapselementen. Neem de vele duinrellen die door de duinen en binnenduinrand stromen. Soms onopvallend en anoniem, verstopt achter hagen of struiken. Soms ‘open en bloot’ en met een naam, zoals het Hargergat, de Leybeek op landgoed Leyduin, de Scheijbeeck in Beverwijk en de beek in het Wildrijk bij St. Maartensbrug.

 

Binnenduinrandwater in Groeterpolder
© Cor ten Haaf
Binnenduinrandwater in Groeterpolder

Verschil tussen duinbeek en poldersloot

Een duinbeek stroomt, dit in tegenstelling tot de gegraven poldersloot. Hij bevat kwelwater of drangwater, dat vanuit de duinen zijn weg zoekt naar de oppervlakte en lagergelegen land zoekt. In tegenstelling tot de gegraven poldersloot is de duinbeek op een natuurlijke manier ontstaan. De meeste beken stromen van west naar oost, richting de polders, maar sommige wateren af naar de kust. Waar de poldersloot een klei- of veenbodem heeft, herken je een duinbeek aan zijn zandbodem, met hier en daar schelpjes die onderweg zijn meegevoerd. Een originele duinbeek is niet altijd direct herkenbaar, omdat de oorspronkelijke kronkelige vorm vaak is rechtgetrokken ofwel gekanaliseerd. Maar als je op de zandbodem stroomribbels ziet, veroorzaakt door het stromende water, weet je dat je met een echte duinbeek of duinrel van doen hebt. Een ander kenmerk is het olieachtige vliesje dat soms op het water drijft en de roestbruine drab aan de kant. Geen vervuiling, zoals vaak wordt gedacht, maar een teken dat het duinwater ijzerhoudend is. Wanneer het drangwater aan de oppervlakte komt en zuurstof opneemt, oxideert het ijzer wat de ‘roest’ veroorzaakt.

Orginele duinbeken

Naast originele duinbeken, al dan niet gekanaliseerd, tref je in de binnenduinrand ook duinrellen (een rel is een gegraven geul) die in de vroege middeleeuwen werden aangelegd om het land te ontwateren en het vervolgens te kunnen bebouwen. Als ze breed genoeg zijn, heeft het water ruimte om te meanderen en zie je ook hier die kenmerkende stroomribbels. Het graven van duinrellen en het kanaliseren van duinbeken werd dus ingegeven door praktische overwegingen - hoe sneller het overtollige water werd afgevoerd hoe beter.

Catrijpermoor bij fietspad langs het Vitesseveld
© Cor ten Haaf
Catrijpermoor bij fietspad langs het Vitesseveld

Heibel

Die afwatering van het duin naar de achterliggende polders leidde vroeger regelmatig tot heibel tussen duinbewoners en polderbewoners. De wrevel ontstond omdat de eersten zich niet bekommerden om het watertekort of overschot in de polder. Zelf hadden ze weinig omkijken naar het wegstromende water. Via het duinrelsysteem stroomde het vanzelf oostwaarts. Eenmaal op het laagste punt aangekomen moesten de boeren in de polder de waterlast wegwerken. In droge tijden wanneer ook de polders naar water smachtten, sloten de duinbewoners de stuwen in beken en rellen om het water langer vast te kunnen houden. Uit notulen van voormalige waterschappen blijkt dat polderbesturen vaak vergeefs aanklopten bij de adellijke grootgrondbezitters die de klachten steevast afwimpelden. Tot ver in de 20ste eeuw hadden jonkheren en baronnen het leeuwendeel van de duinen in handen en hadden ze weinig op met een bijdrage in de kosten voor afwatering van duinval, zoals het afstromende duinwater werd genoemd.

Hoogteverschillen

Stroomde het water vroeger geleidelijker af, door zandwinningen en afgravingen namen de hoogteverschillen toe, en werd een goede afwatering noodzakelijker. Bij buurtschap Heemskerkerduin bijvoorbeeld werden in de zeventiende eeuw duingronden afgegraven voor de tuinbouw, die door de uitbreiding en welvaart van Amsterdam en Haarlem een hoge vlucht nam. Daardoor steeg het verval tussen de duinen en de polders. Het hoogteverschil tussen het centrum van Heemskerk en Heemskerkerduin is, acht (!) meter, zo meldt een informatiepaneel aan de Voorweg. In diezelfde tijd werd het Middenduin bij Bloemendaal afgegraven voor het dempen van Amsterdamse grachten en wegenaanleg. Aan de huidige spectaculaire vallei kun je die zandwinning nog goed aflezen. En wie bij Schoorl de polder ingaat stuit op het duinrellenstelsel van het Hargergat. Ooit lag hier een hoog duin dat tussen 1685 en 1730 werd afgegraven voor de aanleg van het Amsterdamse Rokin.

Binnenduinrandwatertje met blaartrekkende boterbloem
© Truus Zonneveld
Binnenduinrandwatertje met blaartrekkende boterbloem

Wat maakt een duinbeek of -rel zo bijzonder?

Vooral de waterkwaliteit. Door duinrellen en duinbeken stroomt namelijk water dat afkomstig is uit een gigantische zoetwaterbel die zich vanaf de vroege middeleeuwen over de hele lengte van de kustduinen diep onder de duingrond bevindt. Een voorraad die telkens met nieuw hemelwater wordt aangevuld. Dat zoete duinwater bevat kalk, mineralen en zouten. Vooral die kalk doet het ‘m. Al met een beetje kalk kan zure neerslag worden geneutraliseerd. Duinzand heeft bovendien de unieke eigenschap dat het bacteriën en virussen doodt. Bijzonder is verder dat het duinwater een constante temperatuur heeft. Duinbeekjes en -rellen zijn ‘s zomers koel en verfrissend en ’s winters warmer dan het oppervlaktewater. Daarom – en door de stroming – sta je tijdens vorstperiodes in de binnenduinrand altijd later op de schaats dan in polder. Een duinbeek of duinrel in optima forma beschikt vanwege al deze eigenschappen over een rijke flora en fauna. Al naar gelang de hoeveelheid kalk in het duinwater – van Wijk aan Zee tot aan Bergen is het duinzand kalkrijk, boven Bergen kalkarm – bloeit er in en langs de beken witte waterkers of slanke waterkers, drijvend fonteinkruid, beekpunge, vlottende waterranonkel of klimopwaterranonkel. Nota bene in het verstedelijkte Beverwijk wemelt het ’s zomers aan een binnenduinrandwatertje in park Westerhout van de rietorchissen en wederik.

Emmertje water halen

Duinwater diende vroeger vanwege de hoge kwaliteit als drinkwater. Wel zo prettig voor de duinbewoners. Minder fortuinlijke stedelingen dronken regen- of besmet grachtwater. Rond 1840 neemt Jacob van Lennep, politicus, schrijver, bewoner van Leyduin én voorzitter van de Duinwater Maatschappij, het voortouw voor een baanbrekend plan. Vanaf Leyduin wordt duinwater naar Amsterdam geleid waarmee een eind komt aan het ernstige drinkwatertekort in de stad. Engelse investeerders maken realisatie mogelijk en vanaf 1853 kan iedere Amsterdammer bij de Willemspoort een emmertje water halen à 1 cent. Waarmee in één adem wordt afgerekend met uitbraken van de cholera en de tyfus.

Scheijbeeck Beverwijk
© Truus Zonneveld
Scheijbeeck Beverwijk

Weg ermee

Economisch gewin, drinkwateronttrekking en onachtzaamheid vormden een risico voor het aloude duinrelstelsel. Al in 1909 verzucht Jac. P. Thijsse dat de duinen door de drinkwateronttrekking dreigen uit te drogen. Halverwege de 20ste eeuw vallen duinbeken droog door de stijgende waterbehoefte van industrie, landbouw en huishoudens. De zoetwaterbel die zich eeuwenlang als een kostbare schat diep onder de grond bevindt, loopt het risico op uitputting. De grondwaterstand daalt fors. In de jaren vijftig stroomt er nota bene geen drangwater meer naar het achterland. Op sommige plekken is het grondwater zo sterk gedaald dat er polderwater en zout water de duinen insijpelt. Zo hachelijk is de situatie dat PWN vanaf 1957 geen water meer voor industriële doeleinden aan de duinen onttrekt en vanaf 2002 helemaal stopt met onttrekking voor drinkwatervoorziening. Vanaf dan wordt oppervlaktewater van het IJsselmeer naar de duinen getransporteerd, diep ondergronds geïnjecteerd waar het zand het filtert voordat het voor verdere behandelingen naar de waterfabriek gaat.

Dempen duinrellen

Ook waterschappen, particuliere eigenaren en overheden springen lang nonchalant om met duinrellen en bijbehorende ‘kunstwerken’ als hullen en muurtjes. Tijdens stadsuitbreidingen en agrarische verkavelingen worden overal in Noord-Holland doodleuk duinrellen gedempt en de bijbehorende gemetselde muurtjes gesloopt. Of beken raken uit het zicht, omdat ze via drainagesystemen en rioleringen ondergronds worden geleid. In de jaren zeventig verdroogt Het Wildrijk bij St. Maartenszee door ontwatering ten behoeve van de omliggende bollenakkers. In Camperduin en Groet verdwijnt een wijdvertakt stelsel van rellen door de aanleg van nieuwbouwwijken en vakantieparken. En zo verdwijnt al dat leven en fraais uit het landschap.

Duinbeekje Nieuw Westerhout bij Joor
© Truus Zonneveld
Duinbeekje Nieuw Westerhout bij Joor

Eerherstel voor erfgoed

De laatste jaren is men minder onverschillig. Soms vrijwillig, soms uit pure noodzaak. Zo noopt de klimaatverandering met bijbehorende stortbuien, wateroverlast én tekorten tot een zorgvuldige omgang. Vasthouden wordt het credo in plaats van afvoeren. Volgens Hartger Griffioen, projectleider bij Natuurlijke Zaken van Landschap Noord-Holland, is er wel degelijk sprake van eerherstel. “Voor de gemeente Bergen voerden wij in 2014 en 2015 herstelprojecten aan duinrellen uit in Bergen, Egmond-Binnen en Schoorl. Op Leyduin is de Leybeek in volle glorie hersteld (zie kader). In ons eigen Wildrijk, waar voormalig beheerder Piet Scheringa al vroeg een systeem bedacht om het schone duinwater af te zonderen van de omliggende bollenakkers, wordt nu met een tonmolen, een soort gemaal, het water op peil gehouden.”

Texel

Op Texel wordt de Moksloot in 1993 ontdaan van dammen en is de situatie tussen de Jan Ayeslag en de Mokbaai weer als voorheen toen hier de oude duinbeek de Aalloop nog stroomde. De afwatering in het Hargergat wordt in 2013 opgeknapt. En in Beverwijk krijgt de Scheijbeeck, die vanaf 800 na Chr. de gemeentegrens vormt tussen Beverwijk en Velsen, in 2007 een opfrisbeurt. Er wordt een nieuwe duinrel gegraven die de originele Scheijbeeck verbindt met een anonieme duinbeek in park Westerhout. Breed, brandschoon, meanderend en stikvol met waterkers, siert hij park en kinderboerderijterrein.

Waterranonkel in beek
© Truus Zonneveld
Waterranonkel in beek

Pleitbezorger herstel 

Hartger is een warm pleitbezorger voor herstel. Want dichtgegroeide beken, te hoog geplaatste duikers en zwerfafval doen afbreuk aan dit bijzondere erfgoed. “Echt, het hoeft allemaal niet zo kostbaar of ingewikkeld. Met relatief eenvoudige maatregelen kun je fantastisch leuke dingen bereiken. Regelmatig knappen we in opdracht van particulieren duinrellen op en halen we ondergrondse exemplaren naar boven. Reken maar dat zo’n beekje je achtertuin bijzonder maakt. Laatst vervingen we in een rel in Rinnegom de stuwen door cascades ofwel trapsgewijze watervalletjes waardoor kikkers, salamanders en stekelbaarsjes weer kunnen heen-en-weren. Als je duikers op de juiste hoogte plaatst en hoge wanden door aflopende oevers vervangt, creëer je meer afwisseling in de stroming, in de breedte en hoogte, in licht en schaduw. En je weet: hoe meer variatie, des te rijker de flora en fauna.”

Rijke biodiversiteit

Eenvoudig dus maar rijk, die Noord-Hollandse duinbeken en duinrellen. Rijk aan ecologische, cultuurhistorische, landschappelijke én economische waarden. Maar je hoeft geen bioloog, ecoloog of ingenieur te zijn om graag in een sloot te kijken en hem op waarde te schatten. Alleen al het zicht al op een ‘gezond’ slootje met kroos en kikkers stemt de liefhebber dik tevreden.

cover M2 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven
M2 2024 liggend

Heb jij het zomernummer al?

Als je liefhebber bent van natuur mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen.