2019 is een bijzonder goed muizenjaar
Onsmakelijke beelden, maar heel goed nieuws
Het jaar is nog lang niet voorbij, maar nu al kan met honderd procent zekerheid vastgesteld worden: 2019 is een bijzonder goed muizenjaar. Hoe we dat weten? Dat weten we van de steen- en kerkuilenwerkgroepen, die nestkasten controleren en jonge uilen ringen. Die geloofden hun ogen niet toen ze hun voorjaarsronden deden. Overal nestkasten waar de muizen letterlijk uitpuilden. Meer dan 50 muizen per kast, soms netjes met de snuitjes naar één kant opgestapeld, soms luk raak weggesmeten tot een macabere berg lijken, was geen uitzondering. Oudervogels en kuikens lagen daar dan dood gemoederd tussen te slapen alsof ze zich in een lustoord bevonden. En zo was het ook. Voor uilen, roofvogels, marterachtigen, vossen, reigers en ooievaars is het voorjaar van 2019 één groot bourgondisch festijn. Dat levert voor ons misschien onsmakelijke beelden op; maar is fantastisch nieuws voor talloze vogels en zoogdieren.
Bepalend is: de veldmuis
Dat 2019 een goed muizenjaar is komt vooral op het conto van de meest verbreidde soort: de veldmuis. Deze muizensoort, lid van de woelmuizenfamilie, is bij uitstek degene die bepaald of een jaar een slecht of een goed muizenjaar is. Zij vormen verreweg het belangrijkste stapelvoedsel voor uilensoorten als de veld- rans- en steenuil en voor roofvogels als buizerd, bruine- blauwe- en grauwe kiekendief en niet te vergeten de torenvalk. Ook blauwe reiger en grote zilverreiger eten tijdens goede muizenjaren, volop veldmuizen, net als ooievaars en grote meeuwen als kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw. Zoogdieren als hermelijn, bunzing en wezel eten eveneens op grote schaal veldmuizen. Zij zullen dit jaar heel veel jongen voortbrengen.
Waarom moeten we nu van goed nieuws spreken?
Boeren zullen misschien niet zo blij zijn. Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst beter naar de veldmuis kijken. Mensen zijn vaak geneigd om iedere muis die ze buitenshuis zien een veldmuis te noemen, maar dat is onterecht. Veldmuizen leven uitsluitend in open gebieden als weilanden, akkers, grazige wegbermen of open kruidenrijke gebieden.. In bossen, tuinen, parken en moerassen leven heel andere muizensoorten.
Tot vijftig jaar geleden waren ze heel algemeen en eens in de vijf jaar waren ze zo super talrijk dat van een muizenplaag werd gesproken. Die gouden tijden voor de veldmuis zijn voorbij. Door de enorme veranderingen in de landbouw ( gifgebruik, zware bemesting, diep ploegen, verdwijnen van de graanbouw, verdwijnen van kruidenrijke graslanden) zijn veldmuizen fors in aantal afgenomen. Plagen van veldmuizen komen dan ook nog maar zelden voor.
Een laatste uitzondering was die in Friesland in 2014. De afgelopen decennia was zelfs geen sprake meer van de gebruikelijke vijfjaarlijkse cyclus (om de vijf jaar een goed muizenjaar). Het patroon werd veel grilliger. Soms was er nog maar eens in de 10 jaar een redelijk muizenjaar. Maar dit jaar klopt de cyclus weer precies. 5 jaar na het goede muizenjaar 2014 is het weer raak. Maar er is nog geen sprake van een plaag. Boeren hebben dan ook nog geen noemenswaardige schade.
Oppepper voor bedreigde diersoorten
Doordat het bergafwaarts ging met de veldmuis kwamen ook de specialisten die er van afhankelijk zijn in de problemen. De torenvalk, tot veertig jaar geleden de meest talrijke roofvogel van Nederland, kelderde gigantisch in aantal en verloor zijn top 1 positie. Ooit algemene uilen als de ransuil en de steenuil belandde met stip op de rode lijst van bedreigde soorten. De blauwe kiekendief staat zelfs op de rand van uitsterven. Dankzij het goede muizenjaar 2019 kunnen deze soorten nu weer een oppepper krijgen. En dat alleen is al heel goed nieuws.
2018: slecht muizen jaar heeft gevolgen voor andere soorten