Boomkruipers: samen de koude nacht door

Boomkruiper / Menno Schaefer
© Menno Schaefer
Datum
ma. 10 december 2018

Op een kluitje

Afgelopen week zette roofvogel onderzoeker en lid van de vogelwerkgroep Alkmaar e.o., Dook Vlugt, een aandoenlijke foto op Facebook. Wat je zag was een kluitje van drie boomkruipers, die samen de nacht doorbrachten onder een daklijst. Hij raadde mensen aan zelf ook maar eens goed in hun omgeving op te letten. Vanaf deze maand zoeken boomkruipers elkaar namelijk graag op om samen de nacht door te brengen, vooral als het kouder wordt. Ze gebruiken daarbij nestkasten, boomholten, maar zoals Dook nu duidelijk maakt, ook daklijsten. Hoe komen boomkruipers tot deze merkwaardige gewoonte? En hoe kan je dit unieke verschijnsel zelf ook zien?

Zangvogel

De boomkruipers is een kleine zangvogel, die net als zijn bijna naamgenoot de boomklever, tegen stammen en takken van bomen kruipt. Om beide soorten uit elkaar te houden kent bijna iedereen wel het ezelsbruggetje; de boomkruiper kruipt alleen omhoog, de boomklever ook naar beneden. Behalve dit verschil in gedrag zijn er ook veel uiterlijke verschillen. Om te beginnen zijn boomkruipers een stuk kleiner dan boomklevers. De rug, de boven vleugels en de kop zijn bruin gestreept met tinten geel en oranje er in verwerkt. Buik en keel zijn crème wit en boven de ogen loopt een crème witte wenkbrauwstreep. De snavel is dun, lang en licht naar beneden gekromd. Boomklevers hebben een grijs blauwe rug en kop, een brede zwarte streep over de ogen, witte wangen en een opvallende zacht rode onderbuik. Ze hebben bovendien een korte, puntige en rechte snavel. Boomkruipers en boomklevers zijn niet verwant aan elkaar.

Oude bomen

Boomkruipers leven overal waar oude bomen zijn. In bossen, parken, groene tuinen en ook midden in hartje Amsterdam in de iepen langs de grachten. Daar leven ze zonder dat de meeste mensen er weet van hebben. Boomkruipers hebben namelijk een onopvallende leefwijze en maken geluidjes waar je makkelijk aan voorbij gaat. Als kleine muisjes schuifelen ze langs de stammen van vooral eiken, iepen, schietwilgen of populieren. Allemaal boomsoorten met een sterk gegroefde stam. Tussen die groeven peuteren ze insecten en spinnetjes tevoorschijn; het enige voedsel dat ze blieven. Boomklevers daarentegen eten ook noten en zaden.

Met zo’n strikt dieet van insecten zou je verwachten dat de boomkruiper na de zomer meteen naar warmere oorden vertrekt. Dat doen ze gek genoeg niet. Boomkruipers blijven in de omgeving waar ze broeden en zwerven daar wat in hun eentje rond. Geregeld sluiten ze zich ook aan bij een rondtrekkend groepje mezen. In de avond zoeken ze juist graag het gezelschap van andere boomkruipers op.  Indien voorhanden zijn boomholten of nestkasten favoriet. Daar kruipen ze dan het liefst met velen tegelijk dicht tegen elkaar aan; lepeltje lepeltje als het ware. Er zijn wel eens meer dan tien boomkruipers in een nestkastje geteld.  Maar, zo blijkt dus, ze klitten ook wel onder daklijsten, waar ze zich moeiteloos met hun scherpe nageltjes aan de muur vasthaken. Ze doen dat zeker niet alleen voor de gezelligheid. Insecten zijn in de winter uiterst schaars, dus kunnen boomkruipers dan alleen overleven als ze energie besparen. Bovendien voorkom je als je samen slaapt de kans op doodvriezen tijdens extreme kou. Samen met staartmezen zijn boomkruipers de enige vogels die dit gedrag op grote schaal vertonen.

Wil je zelf wel eens zo’n kluitje boomkruipers ontdekken, let dan op witte poepstreepjes tegen de muur onder de daklijst, zoals op de foto van Dook Vlugt. En mocht je die zien, ga dan maar eens terug als het donker is.

Boomkruiper onder daklijst
© Dook Vlugt
Boomkruiper
cover M4 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven