Tapuitenbolwerk in de Noordduinen
Onderzoek en beheer werpen vruchten af
Door Idde Lammers
In de duinen bij Den Helder broedden dit jaar 46 paartjes tapuit. Hiermee behoren de Noordduinen en aangrenzend gebied tot een van de belangrijkste tapuitenbolwerken op het vasteland van Nederland. Landschap Noord-Holland doet er alles aan om deze zeldzame soort te behouden en de populatie te versterken. De afgelopen vijftien jaar zijn we door wetenschappelijk onderzoek veel over deze soort te weten gekomen.
We hebben de parkeerplaats bij Hotel-Restaurant Duinoord in Den Helder amper verlaten of het is al meteen raak. “Daar vliegen twee jonge tapuiten,” vertelt boswachter Tim Zutt, dè tapuitenman binnen Landschap Noord-Holland. “Je kunt ze als ze opvliegen makkelijk herkennen aan hun opvallende zwart-witte staart.”
Verlaten konijnenhol
We lopen naar de plek waar de vogels eerder zaten. “Kijk, veel poepjes,” wijst Tim. “Dat is een goed teken, want dan verblijven ze hier vaak.” De wittige bolletjes liggen voor de ingang van een konijnenhol. “Tapuiten broeden in verlaten konijnenholen,” vertelt Tim. “De jongen zijn hier enkele weken geleden uit hun ei gekropen en zitten nu vaak voor de ingang van hun hol te wachten totdat de oudervogels met voedsel aankomen. Maar ze gaan rond het nest ook al zelf op stap om insecten of larven te zoeken.“
Tweede leg
Voor de ingang van het konijnenhol is kippengaas gespannen. Tim: “De vogels kunnen er bij gevaar doorheen, maar marterachtigen niet. Zo beschermen we de meestal vijf tot zes eitjes en voorkomen we predatie van de jonkies. De oudervogels van deze jongen zijn overigens met hun tweede legsel van dit seizoen bezig. Dan is het aantal jongen per nest vaak wat minder.”
Individueel herkenbaar
Volgende week gaat Tim de tapuitjes met hulp van medewerkers van SOVON proberen te vangen en ringen. Dit wordt hier in de Noordduinen al vijftien jaar gedaan. De vogels krijgen dan niet alleen een metalen ring met een nummer maar ook drie gekleurde ringetjes om hun poten. “Door de acht verschillende kleuren per poot en boven of onder te combineren kunnen we iedere vogel een unieke combinatie meegeven,” vertelt Tim. “Hierdoor zijn alle tapuiten individueel herkenbaar. Als we een geringd exemplaar zien, weten we precies hoe oud die is, wie de oudervogels waren en waar ze uit hun ei gekropen zijn. Deze kennis heeft ons veel geleerd over het beschermen van deze soort. En niet alleen de tapuit natuurlijk. Ook soorten als de graspieper, boomleeuwerik en roodborsttapuit profiteren van het op duinvogels afgestemde beheer.”
Gericht beheer
Door de fragiele konijnenstand, die vroeger de vegetatie kort hielden, zijn wij genoodzaakt extra beheer toe te passen. Dit beheer bestaat vooral uit gericht maaien, chopperen (de bovenste laag humus en vegetatie weghalen) en schapenbegrazing. Tapuiten houden niet van te kale grond, maar ook niet van een te ruige vegetatie. “Hier zoeken we in de duinen een evenwicht in,” vertelt Tim. “Door het kleurringenonderzoek kunnen we bijvoorbeeld goed zien welke jongen er na hun overwintering in Afrika naar de Noordduinen terugkeren. Als dat veel jongen uit een bepaald nest zijn, dan weten we dat de broed- en opgroeiomstandigheden daar optimaal waren.”
Jarenlang volgen
Tapuiten keren aan het begin van het broedseizoen meestal terug naar hun geboorteplek. Soms leggen ze hun eieren zelfs in hetzelfde konijnenhol waar ze vorig jaar ook in zaten. Tim: “Voor het onderzoek is dat heel handig. Door de individuele herkenning kunnen we ze jarenlang volgen. Zo weten we dat tapuiten niet ouder worden dan zes jaar. We hebben de afgelopen vijftien jaar namelijk nooit een ring gezien met een kleur die verwijst naar een geboortejaar van zeven jaar of ouder.”
‘plaatstrouw’ heeft nadelen
Deze honkvastheid heeft echter ook een nadeel. Door met name verruiging van hun leefgebied, niet alleen duinen maar ook heidevelden, door stikstofdepositie is de tapuit uit grote delen van Nederland verdwenen. De kans dat ze daar ooit terugkeren is door hun ‘plaatstrouw’ gering. Tim: “Wel is het mogelijk om gebieden die grenzen aan een tapuitenpopulatie geschikt te maken voor deze grondbroeders. In de Grafelijkheidsduinen ten noorden van de Noordduinen is dit gebeurd door herstel van de konijnenpopulatie. En met resultaat. Zowel vorig jaar als dit jaar hebben er sinds lange tijd weer tapuiten gebroed. Daar zijn we trots op.”
In de lift
Trots mag Landschap Noord-Holland zeker zijn. Door het specifieke beheer, extra aandacht voor toezicht en handhaving om verstoring te voorkomen en het wetenschappelijke onderzoek zitten de tapuiten in de Kop van Noord-Holland weer in de lift. Drie jaar geleden telden we in de Noordduinen 28 broedparen, dit jaar waren dat er al 46. Vorig jaar zelfs 54, maar toen waren de weersomstandigheden in het voorjaar gunstiger. Tim: “We kunnen veel voor de tapuiten doen, maar op het weer hebben we geen invloed.”
Zenderonderzoek legt trekgedrag vast
Sinds 2021 zendert Landschap Noord-Holland samen met SOVON jonge tapuiten. We richten ons hierbij vooral op de opgroeifase en het wegtrekgedrag van de vogels. Hoe lang en waar blijven de jongen van de vroege legsels in de duinen voordat ze naar Afrika vliegen en hoe snel verlaten de jongen van de late legsel de Helderse duinen. Op deze vragen hopen we dit jaar antwoorden te krijgen. Langs de hele kust tot aan Frankrijk staan antennes die de gezenderde, langsvliegende tapuiten registreren. Hierdoor weten we straks ook hoe snel de vogels zuidwaarts trekken.
Tapuitenconvenant
In juni 2017 hebben de gemeente Den Helder, de gemeente Schagen, de provincie Noord-Holland en Landschap Noord-Holland het tapuitenconvenant ondertekend. Hierin is de intentie uitgesproken dat alle partijen zich positief en constructief zullen inspannen om in de Helderse duinen een stabiele populatie van 100 broedparen tapuit te bewerkstelligen.
Wij & Wadvogels
Het tapuitenproject is een activiteit van ‘Wij & Wadvogels’. In het meerjarige samenwerkingsprogramma ‘Wij & Wadvogels’ werken Het Groninger Landschap, It Fryske Gea, Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Rijksuniversiteit Groningen, Staatsbosbeheer, The Fieldwork Company, Vogelbescherming Nederland en de Waddenvereniging aan het herstel van gezonde vogelpopulaties in het Waddengebied. ‘Wij & Wadvogels’ wordt mogelijk gemaakt door het Waddenfonds, het ministerie van LNV en de drie Waddenprovincies.