Natuurliefhebbers: geen tweede rij met stroomkabels door Noord-Holland
863 alternatieve zienswijzen ingediend voor Noord-Hollandse deel plannen
Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft de ambitie om ook na 2030 een groot aantal nieuwe windmolenparken in de Noordzee te bouwen. Om die stroom vanuit zee te verbinden met het landelijk hoogspanningsnet zijn nieuwe aanlandingslocaties nodig. In Noord-Holland zijn 6 aanlandingsplekken in beeld: nabij Julianadorp (bij Den Helder), Egmond, Castricum, Wijk aan zee, IJmuiden en Haarlem. De kabels komen ondergronds aan land.
In maart hebben wij in een extra nieuwsbrief gevraagd om een negatieve zienswijze in te dienen over de aanlandingsplek bij Julianadorp. Als de keuze op een aanlandingsplek in het zuiden van de provincie valt, is een enkele rij met masten voldoende. Maar als de keuze op de locatie bij Julianadorp valt, is een dubbele rij van hoogspanningsmasten nodig: van Middenmeer naar het Noordzeekanaal. De stroom uit de Noordzee wordt dan in de Wieringermeer gekoppeld aan de nieuwe 380KV- verbinding door onze provincie. Een tweede rij hoogspanningsmasten moet vanwege veiligheid op de nodige afstand van de andere rij staan, waardoor de masten straks extra dominant aanwezig zijn in het landschap. Ook de gevolgen voor trekvogels en weidevogels zijn met een dubbele rij uiteraard veel groter.
Krachtig signaal afgegeven
Tot onze blijdschap bleken er 863 zienswijzen over het Noord-Hollands gedeelte van de plannen te zijn ingediend. Dit is meer dan een derde van de landelijke 2.279 reacties die het ministerie ontving. In vrijwel alle reacties is om aandacht voor natuur en landschap gevraagd. Samen met de zienswijze die we zelf indienden, hebben we een krachtig signaal afgegeven. Dankzij de vele reacties tegen de aanlanding bij Julianadorp kijkt het ministerie met extra aandacht naar een goede aanpassing in Noord-Holland.
Een kijkje vooruit
De natuurorganisaties zijn in goed overleg met het ministerie, dat op dit moment aan een milieueffectrapportage werkt. Begin 2026 besluit de minister waar de aanlandingslocaties komen. Het besluit is gekoppeld aan het besluit over nieuwe bovengrondse tracé naar de Kop van Noord-Holland. Iedereen kan tegen die tijd een zienswijze tegen het besluit indienen.
In de zomer van 2025 mogen de gemeenten en de provincie Noord-Holland een regionaal advies uitbrengen aan het ministerie. De minister neemt dit zwaarwegende advies mee in haar besluitvorming. Wij vragen ook gemeenten en de provincie om te kiezen voor een zuidelijke aanlanding, zodat er geen tweede rij met hoogspanningsmasten nodig is. De kabels kunnen dan op de bestaande 380-kv tracés worden aangesloten.
Ons standpunt
Wij zijn vóór het opwekken van duurzame energie. Door de energietransitie en de komst van extra windmolens en zonneweides verandert ons Noord-Hollandse landschap onmiskenbaar. Het brengt extra infrastructuur met zich mee. De aanlanding van energie uit zee is nodig. Als natuurorganisatie brengen we advies uit om de effecten zoveel mogelijk te beperken. Niet alle locaties vinden we geschikt. Wij vinden dat aanlandingslocaties uit zee in de buurt van de huidige elektriciteitstracés moeten aanlanden, zodat er geen nieuwe bovengrondse hoogspanningskabels op land nodig zijn. Naast de nieuwe kabels, moet er ook ruimte worden gezocht voor grote waterstoffabrieken (electrolyzers). Deze nieuwe industrieterreinen passen in de huidige industrieterreinen bij het Noordzeekanaal.
Martijn de Jong
Functie
Martijn zet zich als projectleider in voor grote natuuropgaven in Noord-Holland zoals het realiseren van nieuwe natuurgebieden, schoon water en meer biodiversiteit op het platteland.