Magere broedsuccessen voor de steenuil in 2022
Opgroeiende kuikens hebben voedselgebrek
Alle gegevens van de Steenuilenwerkgroep Noord-Holland zijn binnen en het is duidelijk; 2022 was geen goed jaar voor de steenuil. Slechts rond de 145 paar kwamen dit jaar tot broeden, tegen 166 in 2021. In totaal vlogen 208 kuikens uit. Ter vergelijking; in 2019 waren dat er 416. Gemiddeld brachten de broeders 2 jongen per paar groot. In een redelijk jaar ligt dit gemiddelde rond 3 per paar. In een goed jaar kan dat op ruim 4 per paar liggen. De district coördinatoren constateren veel uitval onder opgroeiende kuikens. Wat is er aan de hand?
De ideale leef plek
Steenuilen leven het jaarrond in hun territorium. Bijna altijd is dat een boerenerf met een goede variëteit aan groene elementen zoals een boomgaard, een moestuin, een paardenweitje, een windsingel, wat knotbomen, wat hogere heggen en hier en daar een rommelhoekje met wilde kruiden. Enkele dieren rond het erf, zoals kippen, geiten of een paardje, worden ook heel erg op prijs gesteld. Niet omdat steenuilen van gezelligheid houden, maar omdat de dieren voor extra insecten zorgen en hun voer altijd wel muizen aantrekt. Hoe afwisselender het erf, hoe meer voedsel er voor de steenuil is. Ze eten graag veld- en huismuizen, maar ook regenwormen, insectenlarven, kikkers, grote kevers zoals meikevers, nachtvlinders en kleine vogels. Hoe meer biotoopjes, hoe meer hiervan voorhanden is.
Meer magere dan vette jaren
Het broeden begint doorgaans half april. Steenuilen zitten vervolgens een week of vier op de eieren en rond half mei verschijnen de drie tot vijf kuikens. Voor de ouders breekt dan een uiterst stressvolle en drukke periode aan. Er moet veel, heel veel voedsel komen. Tijdens muizenrijke jaren is dat geen probleem. Vooral veldmuizen worden dan tot aan de nok in de nestholte (meestal een nestkast) opgestapeld. Aan muizen zit lekker veel vlees en dat geeft ze de hoogste voedingswaarde. Anders wordt het als het géén goed muizenjaar is, wat tegenwoordig eerder de regel is. Steenuilen schakelen dan over naar regenwormen en indien aanwezig, kikkers en vogels. Het zijn tweederangs prooien, maar nog altijd redelijk voedzaam. Er kleven wel letterlijk problemen aan. Als ze enkel regenwormen eten, krijgen steenuilen kuikens dunne ontlasting wat de broedholte ernstig bevuild en ziektekiemen en parasieten grote kansen biedt. Daarom is afwisseling met insecten noodzakelijk. Maar helaas is een gewild insect, de meikever, die ruim voorhanden is in oostelijk Nederland, in Noord-Holland vrijwel afwezig. De hongerdood ligt daarom altijd op de loer, zeker als door weersomstandigheden steenuilen nauwelijks prooien vinden.
Honger door droogte
2022 was zo’n jaar dat het voedsel niet voor het opscheppen lag. Muizen waren schaars en toen brak in juni ook nog eens de droogte uit. Twee voorkeurs alternatieven, regenwormen en kikkers, waren niet meer te vinden. Meikevers hadden ze al niet. Muizen werden nog schaarser. Alleen kleine vogels zoals huismussen en mezen waren er nog. Maar daar krijg je geen vijf en zelfs geen vier of drie jongen op groot. Dus stierven veel Noord-Hollandse steenuilenkuikens in de loop van juni uit voedselgebrek. Een regio als de Zaanstreek, waar de veengebieden door de hoge waterstand zomers altijd vochtiger blijven dan elders, vormde daarom de uitzondering. Daar wisten steenuil gezinnen gemiddeld nog wel 3,4 kuikens per paar groot te brengen.
Meer succes met gevarieerde erven
Ieder jaar is het weer afwachten wat het seizoen zal brengen. De steenuilen die nu op hun eieren zitten verdienen, met hun volharding, onze grote bewondering. Hoe de omstandigheden ook zijn, ze maken er gewoon het beste van. En wij kunnen ze vooral helpen door onze erven gevarieerd, groen en gifvrij te maken. Daar worden trouwens niet alleen steenuilen, maar ook mensen gelukkiger van.
Landschap Noord-Holland ondersteunt de Steenuilenwerkgroep met advies, ladderkeuring en de jaarlijkse vergadering met de districtscoördinatoren. Dit jaar ontving de werkgroep een bijdrage voor 50 extra nestkasten vanuit het Betrekken bij Groen Fonds van de provincie Noord-Holland.