Eikenprocessierups in opmars
Gaan horror insecten ons leven beheersen of kunnen we iets doen?
Het gaat niet goed met insecten, dat weten we inmiddels. 70% van alle insecten is de laatste 30 jaar verdwenen en het uitstervingsproces gaat met onverminderde snelheid door. Tegelijkertijd horen we steeds meer over de gigantische toename van insecten als de eikenprocessierups, de letterzetter, de tijgermug. De een nog vervelender dan de ander. Hoe kan dat nu? Aan de ene kant het uitstervingsproces en aan de andere kant deze invasie van engerikken. En wat kunnen we eigenlijk doen tegen een soort als de eikenprocessierups?
Historische opmars
De eikenprocessierups komt als inheems insect al heel lang in Nederland voor, maar kende dit jaar een historische opmars. Zelfs in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal werden haarden van deze overlast bezorgende rups gevonden. Hiermee lijkt een nieuw tijdperk aangebroken. Eiken, juist onze schatkamers van biodiversiteit (als het om de rijkdom aan insecten en andere organismen die bij een specifieke boomsoort horen gaat) blijken plots de bron van vervelende problemen te zijn. Hier en daar klonk zelfs al de roep om eiken te kappen.
Oorzaken: klimaatverandering, gif en maaibeheer en tot slot vogels
De opmars van de eikenprocessierups en de teloorgang van insecten, hebben gek genoeg veel met elkaar te maken. De eerste profiteert van verschijnselen, die de meeste insecten juist de nek omdraait. Allereerst is daar de klimaatverandering. Waar veel insecten sterk te lijden hebben onder klimaat verandering (m.n. dagvlinders, wilde bijen, libellen, kevers en hommels), heeft de eikenprocessierups juist veel baat bij hoog oplopende temperaturen, perioden van droogte en (te) warme winters. En omdat ze in eiken leven en niet van bloemen in graslanden, akkers of ruigtekruiden afhankelijk zijn, krijgen eikenprocessierupsen bovendien veel minder giffen binnen. Zo ontspringen ze de dans van het uitstervingsproces. De insecten onder de vijanden van de rupsen, o.a. sluipwespen en sluipvliegen, verdwijnen juist wel door massaal gebruik van landbouwgiffen en het maaibeheer van bermen. Ook enkele vogelsoorten eten eikenprocessierupsen, maar ook met hen gaat het niet al te goed. Specialist in giftige harige rupsen was en is de ooit zo algemene koekoek, maar die is door het uitsterven van de insecten zelf al tot aan de rand van de afgrond geduwd. We hebben in feite de natuur zo vleugellam gemaakt, dat deze niet meer op de populatiegroei van de eikenprocessierups kan reageren. Precies daarom zijn de problemen juist het grootst in eikenlanen door agrarisch gebied of aan de randen van dorpen. Daar gaat het ‘t slechtst met alle potentiele vijanden.
Moeten we nu in paniek raken, of kunnen we nog iets doen?
Allereerst moeten we (Arbo) voorzorgsmaatregelen treffen voor ons zelf. Vrijwilligersgroepen kunnen in hun terreinen te maken gaan krijgen met de eikenprocessierups (maar alleen als eiken aanwezig zijn). Zijn ze er eenmaal, verwijder ze dan liever niet, maar verwijder ze in elk geval nooit zelf: laat dat altijd door een gespecialiseerd bedrijf doen, die geen gif gebruikt, blijf uit de buurt en breng op ruime afstand van de rupsenhaarden een afzettingslint aan. Werk alleen nog maar met volledig bedekkende kleding en mogelijk zelfs met veiligheidsbrillen. Zorg dat er in de buurt van eiken mezenkasten aanwezig zijn en maai ruigte en grasland niet tot de rupsen weg zijn.
Gezonde biodiversiteit
De enige succesvolle bestrijding op langere termijn is zorgen dat door een zo hoog mogelijke biodiversiteit via een gezonde natuur met natuurlijke vijanden voorhanden zijn. Zij moeten zich snel kunnen vermeerderen als een overtal aan bepaalde insecten dreigt te ontstaan.
Daarom geldt zowel voor onze eigen gezondheid, als voor het behoud van de verdwijnende insecten; zorg voor minder of geen gifgebruik, zorg voor voldoende natuurlijke vegetatie van bloemrijke ruigten en bermen, maai deze pas aan het eind van de zomer en zorg voor voldoende en gevarieerde opstanden van struiken en bosjes van inheemse bomen, zodat er geen eenzijdig bomenbestand is.
Zorg dat de natuur weer zelf kan ingrijpen
Kortom zorg dat de natuur weer zelf kan ingrijpen, maar weet wel dat dit niet binnen een jaar kan. Het ophangen van extra nestkasten voor vogels en vleermuizen kan een goede aanvullende maatregel zijn, maar werkt alleen goed als ook de omgeving wordt aangepakt. En laat die prachtige eiken alstublieft met rust. Die zijn veel te waardevol om in een vlaag van paniek om te hakken. De oplossing is een natuurlijke leefomgeving die niet is lamgelegd.