De roodborsttapuit overwintert steeds meer in Noord-Holland 

Roodborsttapuit / Joke Huijser
© Roodborsttapuit / Joke Huijser
Datum
di. 23 februari 2021

Een mooi klein vogeltje

Met een verrekijker om mijn nek en een tablet in mijn hand loop ik ter hoogte van het Noordzeekanaal op een terrein van Landschap Noord-Holland, genaamd het Zuiderveen. Wekelijks worden hier alle vogels geïnventariseerd en in de winter is het een prachtige plek waar met name watersnippen, wintertaling en smienten zijn te vinden. Het is een koude winterse dag en mijn handen zijn al lichtelijk aan het tintelen als ik ineens een blauwe kiekendief boven het riet zie vliegen. Het is een mannetje, herkenbaar aan de prachtig blauwgekleurde vleugels, die hier op zoek is naar een lekkere vogelsnack. Alle smienten en watersnippen schieten de lucht in en nadat de blauwe kiekendief is doorgevlogen keert de rust weer terug. Halverwege mijn rondje zie ik een klein vogeltje bovenop een rietsigaar zitten. Snel pak ik mijn verrekijker en zie ik dat het een roodborsttapuit is! Het is mijn eerste exemplaar die ik deze winter tegenkom, wat fijn. 

Het mastvogeltje 

De roodborsttapuit behoort tot de familie van de vliegenvangers en is met 13 centimeter ongeveer even groot als onze roodborst. Je kunt ze met name vinden in open natuurterreinen maar ook op braakliggende terreinen in de buurt van steden. De mannetjes zijn goed herkenbaar aan hun fel oranje borst, witte halszijde en zwart gekleurde kop. Het vrouwtje is iets minder opvallend gekleurd, want zij moet niet teveel opvallen als ze op het nest zit. Als je op zoek gaat naar de roodborsttappuit dan is het handig om goed te kijken bovenop een struik, een paal of een draad. Deze uitkijkposten zijn namelijk hun favoriete plek van waar ze de omgeving afspeuren naar voedsel en eventueel gevaar. Vandaar dat ze ook wel ‘het mastvogeltje’ worden genoemd. Ze jagen met name op insecten zoals de langpootmug, vlinders, en rupsen. Vaak vangen ze deze insecten vanuit de lucht en strijken dan weer neer om hun buit op te eten.  

Eerste voorjaarsgast  

In de winter zitten de meeste roodborsttapuiten in Zuidwest-Europa en het noorden van Afrika. Het zijn één van de eerste voorjaarsvogels die eind februari en begin maart terugkeren in Nederland. Het aandeel vogels dat bij ons overwintert neemt de laatste jaren toe! Mede door de zachte winters worden deze kleurrijke vogels steeds vaker in onze provincie waargenomen. Het aantal dat bij ons overwintert is in vergelijking met de periode van 1979 tot 1983 bijna vervijfvoudigd (Sovon Vogelonderzoek Nederland, 2018). In totaal gaat het in Noord-Holland om enkele tientallen individuen die vaak in paartjes bij elkaar blijven. Dit is geen overbodige luxe want een extra paar ogen kunnen erg handig zijn als je als kleine zangvogel in open terreinen leeft: samen sta je sterk. In Noord-Holland kun je ze met name in de duinen tegenkomen maar tegenwoordig zien we ze steeds vaker in het agrarisch landschap. De soort profiteert van natuurherstel, waarbij percelen extensief en kleinschalig worden beheerd.  

Comeback 

Vanaf 1990 is de roodborsttapuit bezig aan een sterke comeback. Het extensief maaibeheer, minder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en de zachte winters van de laatste jaren hebben er voor gezorgd dat er zeven keer zoveel roodborsttapuiten in Nederland leven. Mogelijk dat ze ook profiteren van het veranderende klimaat, want waar vroeger maximaal twee nesten met jongen werden grootgebracht, zijn dat er de laatste jaren drie. Ik ben dan ook erg benieuwd wat het effect is van de winterse omstandigheden van begin februari. Mogelijk is alsnog een deel naar het zuiden gevlogen, maar we gaan er snel achter komen wanneer de overige roodborsttapuiten weer zijn teruggekeerd van hun vakantie in het zuiden.  

cover M4 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven