Herstelmaatregelen Kerkepolder
"De Kerkepolder is een vogelparadijs. Dat willen we graag zo houden."
De Kerkepolder is een waterrijk vogelparadijs waar het wemelt van de vogels. Altijd iets te zien, altijd genieten. Toch gaat het niet goed in deze polder ten zuiden van Wognum met voornamelijk soortenarm boerenland. Gebeurt er niks, dan zal veel leven uit deze polder verdwijnen. Maar dat kunnen we nog voorkómen.
Annemarie Bergfeld interviewt boswachter Roelf Hovinga
Gek op de polder
Zes knotwilgen hangen scheef boven de sloot, een zwartgeteerd wipmolentje rijst tegen de contouren van Wognum uit het lage land omhoog, met een schrille roep glijdt een torenvalk over. "Kieviten zijn gek op dit poldertje," zegt boswachter Roelf Hovinga. "In de hoek het dichtst bij de A7 zaten vorig jaar 15 van de in totaal 25 broedparen. Ook tientallen tureluurs, grutto's en scholeksters broeden er elk jaar." Maar het meest in het oog - en oor!- springend zijn de grote aantallen brandganzen en kleine Canadese ganzen. Ze zijn gewend aan wandelaars op het weggetje rond de polder, ze laten zich van vlakbij zien, net als de vele smienten, wintertalingen en bergeenden. Prachtig, maar de grote groepen vogels hebben ook hun sporen nagelaten in de Kerkepolder.
Ganzen
Kwamen ganzen alleen overwinteren, dan was er niks aan de hand. "Het is goed voor het land als ze het gras in de winter goed kort vreten. Maar nu ze hier het hele jaar grazen, is de rijkdom aan bloemen en kruiden sterk afgenomen. Om de ganzenpopulatie enigszins binnen de perken te houden, worden jaarlijks de eieren geprikt.” Maar dat is helaas niet voldoende. Een ganzennest bevat 6 tot 7 eieren, waardoor in een paar jaar tijd de populatie flink toeneemt. Ook preventief ganzen uit het gebied houden, bijvoorbeeld door ze te verjagen of vlaggetjes te plaatsen is geen optie, omdat dit ook de weidevogels verjaagt. Daarom is het jaarlijks wegvangen van de ganzen ook noodzakelijk, samen met een gecontroleerde aanpak met àlle grondeigenaren en overheden om de ganzenoverlast terug te dringen. Dan zal het nog wel enkele jaren duren voordat de negatieve invloed van begrazing en betreding is verminderd en het grasland er weer goed bij komt te staan. Maar we willen dit prachtige gebiedje niet verder achteruit laten gaan. We kunnen nu niet langer wachten voordat die structurele aanpak echt van de grond is gekomen, we moeten nu ingrijpen.
Slootkanten
Een ander probleem zijn de afkalvende slootkanten. Sommige sloten zijn méters breder geworden. Roelf: “Elk jaar verdwijnt er meer land in de sloot. De waterkwaliteit is ook nog eens bar slecht. Als je hier een stok in de sloot zou prikken, heb je misschien 30 centimeter water en daaronder een meter bagger.” Op die afgekalfde, kale oevers schieten snelle groeiers als akkerdistel en krulzuring makkelijk de grond uit. ‘Storingskruiden’ noemt de boswachter ze, die de andere planten verdringen en die bovendien het talud van de oevers veel minder goed vasthouden dan gras.
Van bloem naar bloem
Er is meer actie nodig in de Kerkepolder. Dit poldertje moet weer aantrekkelijk worden voor alle soorten die er leven. De sloten moeten weer schoon worden, het gras bloemrijk. Dan herstelt het bodemleven zich, zwemt er weer vis in de sloten, dansen vlinders en andere insecten weer van bloem naar bloem en is er meer voedsel voor weidevogelkuikens. Het plan en de begroting zijn rond, de aannemer kan zó aan de slag. Alleen het geld ontbreekt nog. "Door greppelbuizen aan te leggen, worden de natste delen wat droger. Door twee dammen op te vullen, kunnen we bijna onbereikbaar geworden delen van de polder weer in. De dikke laag bagger in de sloten wordt boven water gehaald om de afgeslagen oevers op te vullen. Worteldoek en palen gaan voorkomen dat 1360 meter aan oeverranden verder afkalft. Om de zoveel meter komen openingen waarlangs weidevogelkuikens de kant weer op kunnen krabbelen."
Zinderend polderlandschap
Een flinke klus. Voor de eerste werkzaamheden is minimaal € 28.000 nodig, een bedrag dat Landschap Noord-Holland niet in de pot voor regulier beheer heeft zitten. Maar Roelf heeft er vertrouwen in dat het geld er komt en hij verheugt zich erop om met de Kerkepolder aan de slag te gaan. "Het wordt prachtig als de polder zijn oorspronkelijke karakter weer heeft: veertien hectare supermooi kleinschalig polderlandschap dat zindert van het leven. Ik hoop dat we snel kunnen beginnen."