Meeuwen
Een veelzijdige familie
Meeuwen zijn er in vele soorten en maten, maar binnen hun verscheidenheid hebben ze soms ook verrassend veel gemeen. Welke meeuwen kun je in Noord-Holland zien? We presenteren acht soorten. Van algemeen tot heel schaars.
Door Idde Lammers
1. Stormmeeuw, stormvoorspeller
Ze lijken wel wat op zilvermeeuwen, maar zijn een slag kleiner en hebben relatief langere vleugels. Stormmeeuwen zijn middelgrote vogels die zich vooral langs de kust laten zien. Broeden doen ze in de duinen en op daken. Anders dan hun naam doet vermoeden, hebben stormmeeuwen een hekel aan harde wind. Als er een storm nadert, zoeken de vogels het binnenland op. Aan deze weersverwachtende eigenschap danken ze hun naam.
2. Drieteenmeeuw, een echte zeemeeuw
Drieteenmeeuwen zijn echte zeevogels die alleen aan land komen om te broeden. Ze bouwen hun nesten op steile kliffen, soms zelfs op een vensterbank van een gebouw. Bij storm zijn ze soms aan de Noord-Hollandse kust te zien. Geschikte broedplekken zijn er in onze provincie amper. Maar wellicht ontdekken ze onze broedrots in de Balgzandpolder bij Den Helder nog eens.
3. Grote burgemeester, ijzingwekkend
Grote burgemeesters zijn forse vogels die vooral in noordelijke streken voorkomen. ’s Winters zakken er wel eens wat exemplaren af tot in Noord-Holland. Zijn naam heeft hij waarschijnlijk te danken aan zeelieden die het flinke postuur en het dominante gedrag van de vogel op een burgemeester vonden lijken. In Duitsland heet de soort Eismöwe. Dit verwijst niet alleen naar zijn favoriete leefgebied, maar ook naar zijn ijskleurige verenkleed.
4. Kleine mantelmeeuw, met gele poten
Kleine mantelmeeuwen zijn de enige in Noord-Holland broedende meeuwen met gele poten. Makkelijk te herkennen dus! Ook door hun leigrijze mantel en vleugels zijn ze eenvoudig te onderscheiden van de zilvermeeuw die lichter grijs getint is. Kleine mantelmeeuwen zoeken hun voedsel bij voorkeur op zee. Ze pikken vissen van het wateroppervlak of vliegen achter trawlers aan. Jonge exemplaren kunnen soms al na 30 dagen vliegen. Dat is snel, want sommige zilvermeeuwen bereiken dit stadium pas 50 dagen nadat ze uit hun ei zijn gekropen.
5. Dwergmeeuw, een zeldzame broedvogel
Soms worden er een paar exemplaren waargenomen tussen een broedkolonie kokmeeuwen, op De Kreupel in het IJsselmeer bijvoorbeeld, maar dwergmeeuwen zijn zeldzame broedvogels in onze provincie. Én moeilijk te onderscheiden, want met hun zwarte kop lijken ze sterk op kokmeeuwen. Ze zijn wel bijna twee keer zo klein. Tijdens de trekperiode zijn soms tienduizenden exemplaren te zien, vooral langs de Noordzeekust. Ze keren dan terug van, of zijn op weg naar, hun broedgebieden in Finland, Rusland of de Baltische Staten.
6. Grote mantelmeeuw, een echte reus
Hij doet zijn naam eer aan. De grote mantelmeeuw is de grootste meeuwensoort ter wereld. Deze vogel kan tot 78 centimeter lang worden met een spanwijdte van meer dan anderhalve meter. Nederland bevindt zich op het zuidelijkste punt van zijn verspreidingsgebied. Als broedvogel is hij schaars. Sinds 1993 broeden er jaarlijks enkele exemplaren, vaak in gezelschap van andere meeuwensoorten. In de winter nemen de aantallen toe tot enkele duizenden exemplaren. Ze verblijven dan vooral langs de kust en op grotere meren in het binnenland.
7. Zilvermeeuw, allround verschijning
De zilvermeeuw behoort tot de algemeenste meeuwen van onze provincie. Je kunt ze zowel aan de kust als in het binnenland tegenkomen. Ze zijn minder aan zee gebonden, omdat het echte alleseters zijn. Op weilanden zie je ze vaak met hun roze poten op het gras trappelen. Door de trillingen die dit veroorzaakt, komen wormen naar boven en dat is precies waar ze naar op zoek zijn. Vroeger broedden meeuwen overal in de duinen. Op de vlucht voor de vos hebben ze een veilig heenkomen gezocht op de Waddeneilanden en op platte daken in de steden.
8. Kokmeeuw, rovende vogel
Vroeger was de kokmeeuw een echte zeevogel, maar de afgelopen eeuw heeft de soort het binnenland veroverd. Je kunt deze kleine vogel, met in voorjaar en zomer een opvallende chocoladebruine kopkap, nu echt overal tegenkomen. Broeden doen ze vooral aan de randen van plassen, vennen, moerassen en graslanden. Kokmeeuwen roven regelmatig voedsel van andere vogels. Hun naam verwijst naar het geluid dat ze voortbrengen: ze kokkeren.