Boswachter Chris van de Vliet: op zoek naar geluk

Eendenkooker t zand Chris van der Vlilet

Door: Nel Kleverlaan voor Noord-Hollands Dagblad

Waarom doen mensen wat ze doen? Wat maakt mensen gelukkig? En lukt dat ook? Het zijn die vragen die Nel Kleverlaan zich met enige regelmaat stelt. De Alkmaarse psychologe probeert aan de hand van een serie portretten - die om de week worden geplaatst - het antwoord te achterhalen. Deze week op zoek naar het geluk met Chris van der Vliet.

Ik ontmoet hem tijdens de jaarlijkse schoonmaak van Balgzand, een voedselrijk en buitengewoon fraai waddengebied in de kop van Noord-Holland. Vier dagen later, de coronacrisis is nog niet uitgebroken, zetten we ons gesprek voort in zijn woonplaats ’t Zand waar een vierhonderd jaar oude eendenkooi staat. Chris van der Vliet (58) beheert met drie andere boswachters en ruim honderd vrijwilligers een flink aantal gebieden van het Landschap Noord-Holland. Postzegels, noemt hij ze, want de natuur wordt in steeds kleinere stukken gehakt. Een doorn in het oog van de man die zich van jongs af aan verbonden voelt met de natuur. „Beessies, torretjes, vlinders, ik vond alles prachtig. Als het maar vloog of bewoog.” Des te verwonderlijker is het dat hij tot zijn 49e bij Defensie heeft gewerkt en dan nog wel in de ICT. „Ik ben er ingerold omdat er geen ander werk was. Maar bij mooi weer vloog ik tegen de ramen op. Ik moest gewoon naar buiten.” In 2010 gaat hij doen wat hij altijd al wilde: hij wordt boswachter en kooiker.

 

Eendenkooiker t zand Chris van der Vliet
© Dutchphoto
Kooiker Chris van der Vliet in Eendenkooi 't Zand - foto: Duchtphoto

We nemen een kijkje achter de schermen van de eendenkooi, een grote plas omringd door groen met daartussen vier brede, met gaas omklede constructies, de zogenaamde vangpijpen. Hond Gijs rent vrolijk voor ons uit. „Ik heb hem overgenomen van een familie uit Rotterdam. Daar woonde hij driehoog”, vertelt Chris. „Het is een rasechte kooikerhond, het soort hond dat eeuwenlang werd ingezet voor het binnenlokken van de eenden.”

De kooiker laat zien hoe dat in z’n werk gaat. „Ik blijf achter de schermen zodat de eenden mij niet kunnen zien en ruiken. Vroeger hadden de kooikers een blikje om hun middel met daarin een stukje brandend turf, maar dat doen we niet meer.” Met een handgebaar wijst hij Gijs de weg. De hond loopt zigzaggend langs de rietschermen steeds dieper de vangpijp in. „Op dit moment zijn er geen eenden in de pijp, maar zodra dat het geval is, komen ze achter zijn pluimstaart aan. Op het laatste stuk kom ik tevoorschijn. De eenden schrikken en duiken nog verder de pijp in waarna ik het valluik kan sluiten. De tamme eenden gaan terug naar de plas, de wilde eenden, wintertalingen en smienten worden gemeten, gewogen, geringd en weer vrijgelaten. Dat is natuurlijk heel anders dan vroeger. Toen werden ze gevangen voor de consumptie, ze gingen letterlijk de pijp uit.”

„Nu kunnen bezoekers kennismaken met deze eeuwenoude traditie en doen we onderzoek. Welke eenden strijken hier neer, hoe is hun conditie, waar komen ze vandaan en waar gaan ze naar toe? Een van de eenden is twee jaar achtereen gesignaleerd in Helsinki, waar ze een nest met jongen grootbracht, een ander zat in het stadspark van Antwerpen. Geweldig toch?”

Onderweg naar de kleine bezoekersruimte komen we her en der vrijwilligers tegen. Ze snoeien, repareren de schermen en maken de slootkanten vrij. „Heerlijk werk’, zegt een van hen. ’Maar ik moet wel mijn vaardigheden bijhouden, want onze kooiker is best streng. Streng, maar rechtvaardig, corrigeert hij grijnzend.”

In deze kleine groene oase, die je totaal niet verwacht als je langs de bollenvelden rijdt, komen we op onze vraag naar geluk. Terwijl hij fronsend een geknakte narcis overeind helpt, wijst hij naar een dikke hommel die zoemend boven het felgele speenkruid hangt. „Dat is voor mij geluk!’,’ zegt hij vol overtuiging. „En weet je wat nog meer geluk is? In een tentje in de buitenlucht, heerlijk!”

Genietend van het moment vertelt hij van die kennis die hem trots vertelde dat ze een huis ’met tuin’ hadden gekocht. „Wat denk je? Liggen er allemaal tegels in die tuin! Maar kijk hier nou eens.” Hij wijst naar de kippen, eenden, vleermuiskasten en het vele groen. „Dit is toch een paradijs!?”

cover M4 2024

Maak gratis kennis met ons magazine

Ben je liefhebber van natuur? Dan mag je ons magazine niet missen. Met de mooiste natuurfoto's, opvallende weetjes over dieren én verrassende achtergrondverhalen uit het veld. Inclusief fiets- of wandelroute. 

 

Naar boven