Niet alle grutto’s zijn hetzelfde
IJslandse ondersoort
Voor de meeste mensen is met de terugkeer van de grutto het voorjaar echt begonnen! Maar niet alle grutto’s zijn hetzelfde… De bij ons broedende grutto’s heten in het Latijns, Limosa limosa. Maar in toenemende mate zien we in ons land de IJslandse ondersoort van onze grutto verschijnen, Limosa limosa islandica.
Zoals de naam al verraadt, broeden ze op IJsland en met kleine aantallen op de Faeröer eilanden, NW-Schotland en NW-Noorwegen. Vooral in de maand maart, in de gebieden met plasdras en onderwater gelopen delen langs de IJsselmeerkust, mengen de IJslanders volop met onze net teruggekeerde broedvogels. Waarbij het verschil lastig is vast te stellen, omdat lang nog niet alle vogels in het broedkleed zijn.
Kleurschakeringen
In het valere winterkleed zijn ze sowieso niet van elkaar te onderscheiden. Maar naarmate het broedseizoen vordert krijgen zowel onze broedvogels, alsook de IJslanders steeds meer kleur. De IJslanders hebben over het algemeen een diep rodere kleur en nog meer de kenmerkende bruinrode zomerveertjes met een zwart centrum op de rug, evenals op de vleugeldekveren. Aan de onderzijde hebben ze tot aan de anaalstreek een soort marmering van zwart-roest-bruine streepjes. Net zoals bij onze grutto’s is er een verschil tussen man en vrouw, waarbij de mannen kleiner zijn en nog veel meer warm- tot dieproodbruin kleuren en meer borst en flankstrepen hebben.
Voor de wind
In tegenstelling tot onze grutto, gaat het de IJslandse grutto voor de wind en neemt de populatie toe. Dat wordt toegeschreven aan de opwarming van onze aarde, waardoor er op IJsland meer geschikte gebieden zijn ontstaan om te kunnen broeden. Waarbij ook de ontwikkeling van de extensievere landbouw een rol speelt. Er zijn daar meer natuurlijke omstandigheden, waar vooral de kuikens van profiteren. Niet overal kunnen maaimachines komen door van nature aanwezige barrières in de laagtes van het vulkanische landschap, waardoor er meer vluchtmogelijkheden zijn.
Let op in april
Naarmate het voorjaar vordert, vestigen onze broedvogels zich steeds meer in paartjes in hun broedterritorium. Terwijl de IJslanders pas na half april vertrekken. Als je begin of half april nog een groep grutto’s ziet foerageren in een nat weiland, of op een plasdras, of langs de Waddenzeekusten van Texel en Wieringen dan heb je hoogstwaarschijnlijk een groep IJslanders voor je neus. Let er maar eens op en om eerlijk te bekennen, eigenlijk zijn ze nog mooier dan onze grutto’s…
Nienke Kwikkel
Functie
Nienke is expert in natuurbetrokkenheid. Als ecoloog tijdens haar studie gespecialiseerd in ‘leren voor duurzame ontwikkeling’ èn natuur- en milieueducatie. Haar ervaring met kwaliteitsverbetering, burgerparticipatie en trainingsprogramma’s zet ze in voor het programma Betrekken bij Groen. Ze combineert haar rol als programmamanager met projectleiderschap Boerenlandvogels.